Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klap dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtklappen

klap dicht

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtklappen
    • Ik klap dicht. 
  2. gebiedende wijs van dichtklappen
    • Klap dicht! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtklappen
    • Klap je dicht? 


Gangbaarheid