• klank·schap
enkelvoud meervoud
naamwoord klankschap klankschappen
verkleinwoord klankschapje klankschapjes

het klankschapo

  1. geheel van geluiden in een omgeving
    • Een klankschap is een landschap om naar te luisteren.[1] 
  2. (muziek) geluidsopname, vaak in de natuur gemaakt, als (deel van een) muziekuitvoering waarmee een bepaalde omgeving wordt opgeroepen
    • Met zijn kompositie 4'33" konfronteerde John Cage in 1952 de muziekliefhebber heel nadrukkelijk met het klankschap. In dit stuk hebben de musici niets anders te doen dan zich 4 minuten en 33 seconden lang muisstil te houden.[2]