Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kiter
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van kite met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord kiter kiters
verkleinwoord kitertje kitertjes

Zelfstandig naamwoord

de kiterm

  1. iemand die kitesurft, kitesurfer, kiteboarder
    • De echte kiters houden meer van stromachtig weer dan van een rustige zomerse dag. 

Gangbaarheid

Meer informatie