kisting
- kis·ting
- Naamwoord van handeling van kisten met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kisting | kistingen |
verkleinwoord |
de kisting v
- het een lijk in een lijkkist stoppen
- ▸ Onmiddellijke kisting aids-doden niet meer verplicht: Mensen die gestorven zijn aan de gevolgen van aids worden in de toekomst niet meer onmiddellijk gekist.[2]
- Het woord kisting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kisting" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron kld“Onmiddellijke kisting aids-doden niet meer verplicht” (10/08/2000), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be