kirkebetjent

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈkiɐ̯gəbeˈtjεnˀd /

Woordafbreking

• kir·ke·be·tjent

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden kirke en betjent met het voorvoegsel be-

Naar frequentie	147689

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	kirkebetjent	kirkebetjenten	kirkebetjente	kirkebetjentene
genitief	kirkebetjents	kirkebetjentens	kirkebetjentes	kirkebetjentenes

Zelfstandig naamwoord

kirkebetjent, g

1. (religie) kerkfunctionaris

Synoniemen

• kirkefunktionær
• kirketjener

Verwijzingen

• kirkebetjent in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog op website:ordnet.dk