kijkster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kijk·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van kijken met het achtervoegsel -ster[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kijkster | kijksters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kijkster v
- vrouwelijke vorm van kijker, vrouw die kijkt
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord kijkster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kijkster" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be