Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kien·den uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitkienen

kienden (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitkienen
    • Wij kienden uit. 
    • Jullie kienden uit. 
    • Zij kienden uit. 

Gangbaarheid