Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kien·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitkienen

kiende uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitkienen
    • Ik kiende uit. 
    • Jij kiende uit. 
    • Hij, zij, het kiende uit. 


Gangbaarheid