kiende
- kien·de
vervoeging van |
---|
kienen |
kiende
- enkelvoud verleden tijd van kienen
- Ik kiende.
- Jij kiende.
- Hij, zij, het kiende.
- Ik kiende.
- Het woord kiende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
kienen |
kiende