Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·ze·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstzegel kerstzegels
verkleinwoord kerstzegeltje kerstzegeltjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstzegelm

  1. (kerst) (post) een postzegel die tijdens de kerstperiode gebruikt kan worden om goedkoper kerstkaarten te versturen
    • De kerstzegel is ieder jaar versierd met een ander vrolijk uiterlijk. 

Meer informatie