Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
kerstweekend
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
1.4.1
Synoniemen
1.5
Gangbaarheid
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
kerstweekend
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
kerst·week·end
Woordherkomst en -opbouw
Samenstelling van
kerst
en
weekend
enkelvoud
meervoud
naamwoord
kerstweekend
kerstweekenden
kerstweekends
verkleinwoord
kerstweekendje
kerstweekendjes
Zelfstandig naamwoord
het
kerstweekend
o
(
kerst
)
Kerstmis dat op een weekend valt
Door het
kerstweekend
wordt het dit jaar het jaar van de werkgever genoemd.
(
kerst
)
een weekeinde dat nabij de kerstdagen ligt
Synoniemen
kerstweekeinde
Gangbaarheid
Het woord
kerstweekend
staat in de
Woordenlijst Nederlandse Taal
van de Nederlandse Taalunie.