kerstuitzending
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·uit·zen·ding
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van kerst en uitzending
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstuitzending | kerstuitzendingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kerstuitzending v
- (kerst) (media) een uitzending op radio of televisie in kerstsferen in de kerstperiode
- In het kerstuitzending was er speciaal aandacht voor die mensen die weinig geld hadden.