kerstpakketdoos
- kerst·pak·ket·doos
- Samenstelling van kerstpakket en doos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstpakketdoos | kerstpakketdozen |
verkleinwoord |
- (kerst) de doos waarin de spullen van het kerstpakket verpakt zijn
- De kerstpakketdoos was rijkelijk versierd.
- Het woord kerstpakketdoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.