kerstig
- ker·stig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kerstig | kerstiger | kerstigst |
verbogen | kerstige | kerstigere | kerstigste |
kerstig
- (kerst), (informeel) de sfeer van het kerstfeest hebbende
- In de winkelstraat werd een kerstig optreden gegeven door enkele muzikanten.
- Het woord kerstig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.