• kerst·gans
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstgans kerstganzen
verkleinwoord

de kerstgansv / m

  1. (voeding) gevulde, vetgemeste gans die men tijdens de kerstmaaltijd eet
     Ze was gevuld als een kerstgans, en zo'n dikke buik als de hare had ik nog nooit gezien.[2]
     Eigenlijk begon Het Jaar van Andy van der Meijde twee jaar geleden. Het was de winter van 2010 toen de ex-vleugelspits van Ajax, Inter en het Nederlands Elftal opeens opdook in Eindhoven, bij PSV. Hij zag eruit als een gevulde kerstgans, als een kale De Meeste Hamburgers In Een Uur-wereldrecordhouder. Als een man die vergeten is het woord ‘TE’ op zijn kuit te tatoeëren.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  3.   Weblink bron
    Geschreven door:Frank Heinen
    “Andy van der Meijde, Man van 2012” (29/12/2012), HP de Tijd