Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kern·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kernprogramma kernprogramma's
verkleinwoord kernprogrammaatje kernprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het kernprogrammao

  1. het belangrijkste deel van een (onderwijs)project
  2. project dat betrekking heeft op de ontwikkeling van kernwapens en kernenergie
     De twee leiders ontmoetten elkaar in juni in Singapore en daar stond onder meer het nucleaire programma van Noord-Korea op de agenda. Concrete afspraken werden er niet gemaakt. Beide landen zijn sindsdien op diplomatiek niveau in contact gebleven, maar van ontmanteling van het kernprogramma is nog geen sprake.[2]
     In een tv-interview zei Pompeo gisteren dat de VS met de sancties stevige druk op Pyongyang wil blijven uitoefenen om het kernprogramma af te bouwen. Buitenlandse Zaken in Pyongyang zei in een reactie "te moeten lachen" om het Amerikaanse idee dat sancties en druk leiden tot denuclearisatie.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Ontmoeting Trump en Kim Jong-un in Hanoi” (Zaterdag 9 februari 2019, 03:09), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Noord-Korea: stop sancties, anders wordt kernprogramma hervat” (Zaterdag 3 november 2018, 10:56), NOS