kernongeluk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kernongeluk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kern·on·ge·luk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kern zn  en  ongeluk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kernongeluk	kernongelukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kernongeluk o

1. ongeval waarbij radioactief materiaal of ioniserende straling vrijkomt

   ▸ Bij het kernongeluk in Fukushima, in maart van dit jaar, zijn veel fouten gemaakt. Daardoor is onnodig veel straling vrijgekomen. Dat schrijft een Japanse onderzoekscommissie. De schoonmaak van het radioactief besmette gebied zal nog lang duren, denken twee Nederlandse experts die net terug zijn uit Japan.

   ▸ De kerncentrale in Borssele is veilig, maar er zijn nog wel verbeteringen mogelijk. Dat is de belangrijkste conclusie van de stresstest, die is uitgevoerd naar aanleiding van het kernongeluk in Fukushima. Alle 143 kerncentrales in de Europese Unie worden aan een zogeheten stresstest onderworpen. Daarbij wordt gekeken hoe lang een kerncentrale stand houdt onder de meest extreme omstandigheden.

Gangbaarheid

• Het woord kernongeluk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.