keerweer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- keer·weer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van keer ww en weer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keerweer | keerweren |
verkleinwoord | keerweertje | keerweertjes |
Zelfstandig naamwoord
keerweer [1]
- (verkeer) doodlopende weg
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'keerweer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.