keen
- keen
vervoeging van |
---|
kenen |
keen
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenen
- Ik keen.
- gebiedende wijs van kenen
- Keen!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kenen
- Keen je?
- Het woord keen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keen" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Afkomstig van het Oudengelse cene.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
keen | keener | keenest |
keen