kazoo
  • ka·zoo
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kazoo kazoos
verkleinwoord

de kazoom

  1. (muziek) eenvoudig, klein blaasinstrument waarbij men langs een membraan blaast
     Een lokale kunstenaar had speciaal voor het festival een aantal nieuwe instrumenten ontwikkeld zoals een clambourine en wahoo kazoo. Door speakers aan de onderkant van verschillende boten te bevestigen was de muziek onderwater te horen.[2]
     Koop een kazoo en toeter mee tegen de babysterfte. Die oproep doet Mino Leotta in de binnenstad van Enschede.[3]
  1. kazoo op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Amerikanen jammen onder water” (10-07-2011), NOS
  3.   Weblink bron “Toeteren tegen babysterfte” (19-12-2012), Tubantia