• kat·ten·bak·grit
enkelvoud meervoud
naamwoord kattenbakgrit
verkleinwoord

het kattenbakgrito

  1. korrels die dienen als vulling van een kattenbak
     Ik opende het portier: op de bijrijdersstoel lagen pakken kattenbakgrit opgestapeld.[1]
     In onze stad verdwijnt de sociale cohesie met de buurtcafés en buurtcentra, en we krijgen er de buurtcontainer voor terug. De nieuwe hotspot van de wijk? Dacht het niet. Ik zie me nog niet mijn zakje restafval naar de buurtcontainer dragen. Of mijn buurvrouw met rollator het kattenbakgrit wegbrengen.[2]


  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron “Blog: Een leven zonder otto” (10-03-2011), Tubantia