Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·ver·schil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kasverschil kasverschillen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kasverschilo

  1. (boekhouding) verschil tussen de hoeveelheid contact geld dat aanwezig is en dat aanwezig zou moeten zijn volgens de administratie
     Een medewerker constateerde dat de hoeveelheid geld in de kluis erg laag was in vergelijking met wat er volgens de boekhouding in zou moeten zitten. De gemeente stelde een onderzoek in en daaruit bleek dat de laatste maanden steeds meer wisselgeld werd besteld, zonder dat daar een goede reden voor was. De exacte omvang van het kasverschil bleek 627.386,12 euro te zijn.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ruim 6 ton verduisterd in nieuw financieel schandaal gemeente Den Haag” (Donderdag 21 januari 2021, 14:53), NOS