kastet
Deens
Woordafbreking
- kas·tet
Werkwoord
kastet
- voltooid deelwoord van kaste
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·tet
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Noorse werkwoord kaste.
Naar frequentie | 867 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | kasta kastet |
mer kasta mer kastet |
mest kasta mest kastet |
o enkelvoud | kasta kastet | |||
meervoud | kasta kastete kastede | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
kasta kastete kastede |
mer kasta mer kastet |
mest kasta mest kastete mest kastede |
Bijvoeglijk naamwoord
kastet
Werkwoord
kastet
Schrijfwijzen
- [1-2]: kasta
Zelfstandig naamwoord
kastet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kast
Nynorsk
Woordafbreking
- kas·tet
Zelfstandig naamwoord
kastet, o
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kast