kasteloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·te·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | kasteloos |
verbogen | kasteloze |
Bijvoeglijk naamwoord
kasteloos
- zonder kaste
- De kasteloze vrouw was heel arm.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kasteloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kasteloos" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be