kasserol

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kasserol    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kas·se·rol

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kasserol	kasserollen
verkleinwoord	kasserolletje	kasserolletjes

Zelfstandig naamwoord

de kasserol v / m

1. (huishouden) (kookkunst) grote braadpan

Verwante begrippen

• kastrol, steelpan

Vertalingen

    1.   

Spaans: cacerola (es) v, cazuela (es) v

Gangbaarheid

• Het woord kasserol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kasserol" herkend door:

54 %	van de Nederlanders;
68 %	van de Vlamingen.