• ka·se·ko
  • uit het Surinaams-Nederlands [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord kaseko
verkleinwoord

kaseko

  1. (dans) (muziek) vrolijke Surinaamse dansmuziek
     De Surinaamse zanger en gitarist Clarence Breeveld is op 68-jarige leeftijd overleden. De artiest woonde in Nederland en was al geruime tijd ziek. Hij was vooral in Suriname bekend om zijn gospel- en kaseko-muziek.[2]
     Suriname is meer van de reggae, soca, kaseko, door moeder Jeannette fijntjes als ‘billenschudmuziek’ weggezet.[3]
     Kaseko is Surinaamse dansmuziek, voortgekomen uit de traditionele Surinaams-creoolse kawina-muziek, zoals die sinds begin 1900 door creoolse straatmuzikanten in Paramaribo wordt gespeeld. Kaseko is een verbastering van het Franse casser les corps (breek het lichaam; schud met het lichaam.[4]
  1. kaseko op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Surinaamse muzikant Clarence Breeveld overleden” (07-04-2017), NOS
  3.   Weblink bron
    Eefje Oomen
    “Hét verhaal van Songfestivalster Jeangu uit Enschede: ‘Hij droomde te groot voor Suriname’” (22 feb. 2020), Tubantia
  4.   Weblink bron “Kaseko” (geraadpleegd 22 mei 2021), Wikipedia