Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·rak·ter·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord karakterloosheid karakterloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de karakterloosheidv

  1. het karakterloos zijn
    • Het was natuurlijk gewone lafheid maar karakterloosheid klinkt net wat beter als je het hebt over de stoere militair. 

Gangbaarheid