Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·pi·taal·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kapitaalkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kapitaalkostenmv

  1. uitgaven die men doet voor het verkrijgen en onderhouden van kapitaalgoederen
  2. uitgaven die men doet voor het krijgen en terugbetalen van leningen
     Zorgelijk is en blijft ook het hoge ziekteverzuim, nu al meer dan 6 procent (een record) en het schreeuwend tekort aan zorgpersoneel. Dat is een gevolg van de vergrijzing (er is meer vraag naar zorg) en de vergroening (minder aanbod van zorgwerkers). De toenemende personeelskosten betalen zorginstellingen deels met de lagere kapitaalkosten dankzij de lage rentestand en door minder investeringen te doen.[1]
     De banken bevestigen dat aflossingsvrije hypotheken duurder zijn. Bij sommigen geldt dit al langer, bij anderen pas een paar maanden. Maar ze ontkennen dat dit met het risico van wanbetaling te maken heeft. ABN Amro en Rabobank zeggen dat ze hiermee het verschil in kapitaalkosten dat ze maken voor aflossingsvrije hypotheken beter doorbelasten aan de klant. Daarnaast stelt ABN dat een bijkomend voordeel is dat aflossen zo meer wordt gestimuleerd.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zorginstellingen krijgen financiële klap door corona” (Dinsdag 1 september 2020, 01:11), NOS
  2.   Weblink bron “'Oudere huizenbezitter betaalt voor risico's die er niet zijn'” (Vrijdag 18 maart 2016, 07:33), NOS