kandidaat-raadslid
- kan·di·daat-raads·lid
- samenstelling van kandidaat zn en raadslid zn , geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kandidaat-raadslid | kandidaat-raadsleden |
verkleinwoord |
het kandidaat-raadslid o
- (politiek) iemand die verkozen wil worden als lid van de gemeenteraad
- ▸ Een medewerker van een Limburgse CDA-fractie is tegen de lamp gelopen nadat hij op Facebook een aanhanger van Kick Out Zwarte Piet uitlachte. Jeroen van Eijkelenburg, kandidaat raadslid voor CDA Meerssen, heeft op last van zijn eigen fractie het omstreden bericht verwijderd.[1]
- ▸ Het leven van een kandidaat-raadslid gaat niet altijd over rozen. Zo werd zaterdag een kandidaat-raadslid van de PvdA in Emmen afgelopen weekend meerdere malen beledigd waardoor ze met tranen in haar ogen besloot naar huis te gaan.[2]
- Het woord kandidaat-raadslid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Sebastiaan Quekel“Kick Out Zwarte Piet walgt van 'racistische' Facebookpost CDA-medewerker: 'Wij zijn sprakeloos’” (15-11-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron 20/03/2018“Kandidaat-raadsleden nemen risico: ‘We weten waar je woont’” (Siobian Heiblom), HP de Tijd