kampleven
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kamp·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kampleven | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kampleven o
- de manier waarop men leeft in een tijdelijke verblijfplaats voor groepen
- ▸ Dat werkte meditatief, weet Bruinvels te vertellen. "Dat je er in je hoofd zo mee bezig was, dat je de wereld om je heen kon vergeten. En dat heeft dus voor meerdere mensen er mede voor geholpen dat ze door het kampleven heen kwamen."[2]
- alle gebeurtenissen die plaatsvinden in een kamp
Gangbaarheid
- Het woord kampleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Anne van Eijk“Het verborgen bestaan van een schaakcompetitie in het kamp, die nooit werd uitgespeeld” (4 mei 2023, 06:34), NOS