kalfde af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kalf·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkalven |
kalfde af
- enkelvoud verleden tijd van afkalven
- Ik kalfde af.
- Jij kalfde af.
- Hij, zij, het kalfde af.
- Ik kalfde af.
Gangbaarheid
- Het woord kalfde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.