kalfde
- kalf·de
vervoeging van |
---|
kalven |
kalfde
- enkelvoud verleden tijd van kalven
- Ik kalfde.
- Jij kalfde.
- Hij, zij, het kalfde.
- Ik kalfde.
- Het woord kalfde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kalfde" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be