• kaal·knip·pen

kaalknippen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kaalknippen
knipte kaal
kaalgeknipt
zwak -t volledig
  1. met een schaar van alle haar ontdoen
     Maar de dubbele lading van feestvreugde en wraak ontgaat hem niet: "Het trieste is dat we hier het kaalknippen van de zogenoemde 'moffenmeiden' zien. Waarbij de toenmalige bewakers van Urk, de politiemacht, actief deelneemt."[2]
     De betogers staan achter het zwaar bekritiseerde optreden van de politiechef van Noord-Atjeh. Bij razzia's in schoonheidssalons liet hij zondag twaalf transgenders oppakken en kaalknippen op straat.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Unieke filmbeelden gevonden van Urk tijdens de Tweede Wereldoorlog” (Maandag 1 februari 2021, 07:35), NOS
  3.   Weblink bron “Indonesische betogers steunen 'heropvoeding' transgenders” (Vrijdag 2 februari 2018, 16:00), NOS