juten
- ju·ten
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | juten |
juten
- van jute vervaardigd
- Hij deed de aardappelen in een juten zak.
de juten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord juut
- Het woord juten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "juten" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be