jumpshot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jump·shot
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jumpshot | jumpshots |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) al springend een worp in de basket doen bij het spelen van basketbal
- Met nog 6 seconden op de klok bracht Kees Akerboom met een raak jumpshot alsnog de beslissing. De poging tot een driepunter van de Amerikaan Marcus Denmon tijdens de zoemer mislukte. Reginald Johnson was de Bossche topscorer met 23 punten. [1]
- Boston Celtics heeft in de laatste seconde van de NBA-wedstrijd tegen Portland Trail Blazers de winst gepakt. Al Horford besliste het duel in Boston met een zogeheten jumpshot in het voordeel van de thuisclub: 97-96. [2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord jumpshot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jumpshot" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 04-11-14 Knappe zege Den Bosch in Euro Challenge
- ↑ Tubantia 05-02-18 Boston Celtics pakt winst in laatste seconde
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be