jukebox
- juke·box
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘muziekautomaat’ voor het eerst aangetroffen in 1955 [1]
- Leenwoord uit het Engels jukebox [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jukebox | jukeboxen |
verkleinwoord | jukeboxje | jukeboxjes |
- muziekautomaat met veel single's
- In het grand-café staat nog een ouderwetse jukebox.
- ▸ De bar stond vol met shots en de sfeer zat er goed in. Pogue deed wat geld in de jukebox, begon te dansen en zweepte iedereen op.[4]
- opslagsysteem dat uit vele losse (optische) schijven bestaat
- Het woord jukebox staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jukebox" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jukebox" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jukebox op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be