jouwden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jouwden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈjɑudə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- jouw·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitjouwen |
jouwden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitjouwen
- Wij jouwden uit.
- Jullie jouwden uit.
- Zij jouwden uit.
- Wij jouwden uit.
Gangbaarheid
- Het woord jouwden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.