joulu

Fins

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Noordgermaanse jul. Een eerdere ontlening met dezelfde bron is juhla.

Zelfstandig naamwoord

joulu

1. (religie) Kerstmis

   «Joulu on rauhan ja rakkauden juhla.»

   Kerstmis is een feest van vrede en liefde.

Afgeleide begrippen

• jouluaatto, jouluinen, joulujuhla, joulukuu, joulukuusi, joululahja, joululoma, joulupukki, joulupäivä, joulurauha

Verwante begrippen

• pääsiäinen

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /dʒaʊ̯lʊ/, /dʒɔʊ̯lʊ/

Woordafbreking

• jou·lu

Zelfstandig naamwoord

joulu

1. genitief enkelvoud van joule
2. datief enkelvoud van joule
3. locatief enkelvoud van joule