jouïsseren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jouïsseren (hulp, bestand)
- IPA: / ʒuwiˈserə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- jouïs·se·ren, jou·is·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
jouïsseren |
jouïsseerde |
gejouïsseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
jouïsseren
- overgankelijk met innig genoegen beleven
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord jouïsseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.