Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jon·ge·da·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jongedame jongedames
verkleinwoord jongedametje jongedametjes

Zelfstandig naamwoord

de jongedamev

  1. een jonge vrouw van aanzienlijke beschaving
    • De beide jongedames trokken veel bekijks op de receptie. 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be