jeugdverhaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jeugdverhaal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jeugd·ver·haal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  jeugd zn  en  verhaal zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jeugdverhaal	jeugdverhalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het jeugdverhaal o

1. verhaal over iemands kindertijd

   ▸ Er werden jeugdverhalen en toekomstdromen gedeeld.

2. verhaal dat geschikt is om aan kinderen te vertellen en waarin vaak kinderen de hoofdrol spelen

   ▸ „Ook het Buurserzand heeft alle ingrediënten voor een spannend jeugdverhaal. Denk aan het los hoes De Bommelas, de jeneverbesstruiken, de Harrevelder schans en het Galgenslat. Het is een heel apart gebied dat een eigen verhaal verdient," aldus Damhof.

Gangbaarheid

• Het woord jeugdverhaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.