jeugdhulpverlening

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·hulp·ver·le·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdhulpverlening jeugdhulpverleningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jeugdhulpverleningv

  1. organisatie die psycho- sociale hulp aan jongeren verleent
    • Hij constateert dat het aantal jongeren dat als gevolg van sexting (het verspreiden van seksueel getinte foto’s) in de jeugdhulpverlening beland, toeneemt. ,,Trauma’s van jongeren starten tegenwoordig steeds vaker digitaal.” [1] 
    • Ravenshorst gaat zich bezig houden met alles dat de jeugd en betrokkenen aangaat. Daarbij staat maatwerk centraal. Niet meer de organisatie van een activiteit, maar bijstand gericht op de persoon. Ravenshorst doet dat samen met Astrid Wessling die meestentijds in Tubbergen werkzaam is. Ravenshorst is afkomstig uit de Jeugdhulpverlening in de gemeente Enschede. [2] 
    • In het zwartboek Jeugdbescherming Brabant: de doodlopende weg in de jeugdhulpverlening wordt aan de hand van zeven dossiers een beeld geschetst van een JBB dat niet naar behoren functioneert. Daardoor zou het onherstelbare schade toebrengen aan kinderen en hun ouders. Het zwartboek werd begin september aan alle Brabantse gemeenten en andere betrokken partijen gestuurd. [3] 

Gangbaarheid


Verwijzingen