jerrycan
- jer·ry·can
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘benzineblik’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- Van het Engelse jerrycan, van Jerry (naam die Britse troepen voor Duitsers gebruikten) en can (blik).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jerrycan | jerrycans |
verkleinwoord | jerrycannetje | jerrycannetjes |
de jerrycan m
- een tank voor vloeistoffen, oorspronkelijk gemaakt van plaatstaal en bedoeld voor brandstof
- Hij had een jerrycan met benzine in de kofferbak liggen.
- ▸ Agenten vielen ook binnen bij een garagebox in Groenekan, in Utrecht. Daar stonden jerrycans met duizenden liters chemicaliën en onder meer een grote kookketel die gebruikt wordt bij de productie van drugs.[2]
- Het woord jerrycan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jerrycan" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jerrycan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “Politie vindt grote hoeveelheid crystal meth bij invallen” (09-10-2020), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be