jaagden aan
- Geluid: jaagden aan (hulp, bestand)
- jaag·den aan
vervoeging van |
---|
aanjagen |
jaagden aan
- meervoud verleden tijd van aanjagen
- Wij jaagden aan.
- Jullie jaagden aan.
- Zij jaagden aan.
- Wij jaagden aan.
- Het woord jaagden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.