isostatisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  isostatisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• iso·sta·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van statisch met het voorvoegsel iso-

	stellend
onverbogen	isostatisch
verbogen	isostatische

Bijvoeglijk naamwoord

isostatisch

1. met betrekking tot het evenwicht van het drijven van een voorwerp in een vloeistof

Afgeleide begrippen

• isostasie

Verwante begrippen

• hydrostatisch

Gangbaarheid

• Het woord 'isostatisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.