isochronie
- iso·chro·nie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isochronie | isochronieën |
verkleinwoord | isochronietje | isochronietjes |
de isochronie v
- Term uit de prosodie voor de (als zodanig ervaren) gelijkheid van tijdsafstand tussen prominente (accent) syllaben in een vers-1
- Het gelijk verlopen van de verteltijd en de vertelde tijd
- Het woord 'isochronie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.