isochromosoom
- iso·chro·mo·soom
- afgeleid van chromosoom met het voorvoegsel iso-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | isochromosoom | isochromosomen |
verkleinwoord | isochromosoompje | isochromosoompjes |
het isochromosoom o
- (biologie) een chromosoom dat één van zijn armen is verloren en dit heeft vervangen door een exacte kopie van de andere arm
1.
- Het woord 'isochromosoom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.