iriseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- iri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
iriseren |
iriseerde |
geïriseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
iriseren [3]
- onovergankelijk de kleuren van de regenboog vertonen
- overgankelijk kleuren in de tinten van de regenboog
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord iriseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "iriseren" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ iriseren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be