invulling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·vul·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van invullen met het achtervoegsel -ing [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | invulling | invullingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de invulling v
- het invullen, de concretisering, uitwerking
- uitleg, interpretatie
Gangbaarheid
- Het woord invulling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "invulling" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ invulling op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be