Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·view·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord interviewster interviewsters
verkleinwoord interviewstertje interviewstertjes

Zelfstandig naamwoord

de interviewsterv

  1. (beroep) (media) een vrouw die een vraaggesprek afneemt
    • De verleidelijke interviewster durfde moeilijke vragen te stellen aan de flirtende president. 
    • Bibeb was een bekende interviewster voor Vrij Nederland. 

Gangbaarheid